Inclusieve deelmobiliteit: de eerste lessen uit Gent
Deelmobiliteit toegankelijker maken voor mensen in vervoersarmoede. Het is nodig, maar niet evident. In Gent experimenteren we zelf, samen met sociale partners, om te zien wat werkt en wat niet. Dit zijn onze eerste bevindingen.
Vervoersarmoede treft heel wat doelgroepen: senioren, mensen met beperkte mobiliteit, mensen met een kleine portefeuille, mensen die digitaal minder sterk zijn, mensen die door de LEZ hun mobiliteit zien veranderen, nieuwkomers, jongeren, mensen die minder bediend worden door het openbaar vervoer … Als die mensen niet geraken waar ze willen geraken, door beperkte verplaatsingsmogelijkheden, spreken we over vervoersarmoede.
Er bestaat geen onze size fits all oplossing voor die vele vormen van vervoersarmoede. Deelmobiliteit lijkt een interessante piste, maar de verschillende doelgroepen kennen elk hun eigen drempels. De vraag is dus: voor welke doelgroepen maakt deelmobiliteit nu écht een verschil? Bij welke doelgroepen liggen er opportuniteiten en waar zijn de drempels vandaag nog té hoog? Dat is exact wat we op dit moment uitzoeken.
Sinds juni 2024 experimenteren we in Gent, met verschillende doelgroepen, in verschillende wijken, met verschillende methodieken, in samenwerking met het Mobiliteitsbedrijf van Stad Gent. Tegen eind 2025 zullen we conclusies trekken over wat heeft gewerkt en wat niet. Zo kan Stad Gent daarna gerichter inzetten op specifieke doelgroepen.
Hoe pakken we dat onderzoek nu aan? We werken samen met sociale partners en zijn aanwezig in de wijken. Op dit moment werken we in Nieuw Gent en in de Dampoortwijk. Onze communitymedewerker neemt deel aan vergaderingen, is op buurtactiviteiten, en is om de week ter plaatse aanwezig op het ‘infopunt deelmobiliteit’.
Daarnaast hebben we samen met de aanbieders van deelmobiliteit ook een sociaal tarief uitgewerkt, om mensen de kans te geven om de deelauto’s en -fietsen uitgebreid te testen. Onze aanpak en tips daarover delen we in een ander artikel. Hieronder delen we de inzichten uit onze wijkwerking.
1. Start met je sociale partners
Als mobiliteitsorganisatie heb je sociale partners nodig die in contact staan met je doelgroep. Alleen zijn de sociale partners meestal niet vertrouwd met deelmobiliteit, en met de meerwaarde voor hun doelgroepen. Deelmobiliteit kan de kans op werk vergroten, geeft mensen de kans om iets verder te wonen en toch mobiel te blijven, of geeft hen meer opties in de vrije tijd. Dankzij deelmobiliteit kunnen mensen zich onafhankelijk verplaatsen, en dat werkt versterkend. Eens de sociale partners dat inzien, zijn ze meer bereid om samen te werken.
Dat klinkt complex, vooral in steden. Maar in kleinere gemeenten zijn er veel minder partners, waardoor je vaak sneller kan schakelen.
2. Werk samen met je sociale partners aan drempels
Luister naar je sociale partners, en experimenteer samen om die drempels weg te werken. Zo maakten we bijvoorbeeld een heel concreet stappenplan om de weg te vinden door de app: om een auto te reserveren druk je op deze knop, dan druk je hier om de datum in te voeren, enzovoort. Dat helpt voor mensen die digitaal minder sterk zijn, maar ook voor anderstaligen en andere doelgroepen.
3. Breng je doelgroep mee aan tafel
Luister naar hun noden en hun drempels. Zo had onze communitymedewerker onlangs een rondetafelgesprek met alleenstaande moeders. Alle bevindingen nemen we mee in ons onderzoek.
4. Wacht niet tot mensen naar je toe komen
Onze communitymedewerker zit elke week op het infopunt deelmobiliteit in de wijken. Daar komen elke keer mensen die doorverwezen zijn door sociale partners. Maar je moet vooral ook outreachend werken: spreek mensen aan, zet je erbij, stel jezelf voor … Door in gesprek te gaan, open je deuren. Want deelmobiliteit is voor de meeste mensen onbekend terrein.
5. Kies je wijken en je plaatsen wijs
Op dit moment werken we in Nieuw Gent en in de Dampoortwijk. Die locaties kwamen er door contacten met de enthousiaste sociale partners. Vanaf 2025 komen er twee wijken bij, die we gerichter gaan selecteren. We bekijken wat er kan in Drongen, waar heel wat bushaltes geschrapt zijn. En in de Bloemekeswijk worden er in 2025 nieuwe sociale woningen opgeleverd. Wijk per wijk bekijken we de opportuniteiten. Dat maakt het traject concreter, en ook de doelgroep waarop je inzet.
Ook de fysieke plekken voor het infopunt zijn belangrijk. Soms is het interessant om dat op de locatie van de sociale partner in te richten, waar er bijvoorbeeld ook voedselbedeling en een digipunt is. Maar je kan niet alle doelgroepen op één plek ontvangen. Daarom proberen we nu in Nieuw Gent een nieuwe locatie, die centraler en neutraler is.
6. Geef mensen veel kansen om te testen
We tonen vaak tijdens gesprekken op de infopunten hoe alles werkt. We organiseren ook testmomenten met testritten, en we geven infosessies met testmomenten in dienstencentra waar vooral senioren langskomen. Maar dan nog blijft het een grote stap om te starten met autodelen. Daarom werkten we samen met de aanbieders een sociaal tarief uit. Mensen kunnen zes maand lang ervaren of het nu werkt in hun specifieke situatie. Daarover meer in een andere blog.
7. Geef het werk niet te snel door aan de sociale partners; die hebben al veel werk
Op dit moment doen we veel maatwerk, en begeleiden we de mensen intensief. Daar steken we veel tijd in. Toch is het belangrijk om dat in deze onderzoeksfase zelf te doen. In een latere fase kun je bijvoorbeeld buurtwerkers opleiden om mee toe te leiden tot deelmobiliteit. Maar het verhaal van deelmobiliteit is ook complex: er is veel aanbod, elke aanbieder heeft zijn eigen systeem … Vandaag versterken we vooral de banden met de sociale partners, zodat ze gericht naar ons kunnen doorverwijzen.
8. Love the problem, not the solution
Wees flexibel. Soms denk je dat iets gaat werken, maar draait het in de realiteit anders uit. Probeer dan iets anders. In Nieuw Gent hebben we het infopunt verplaatst naar een neutralere locatie, omdat we merkten dat bepaalde doelgroepen de weg niet vonden.
9. Wees geduldig
Dit is een arbeidsintensief proces. Wees je daarvan bewust. Het vraagt herhaling en tijd. Op dit moment gaat het niet om de kwantiteit, maar om de persoonlijke, een-op-een aanpak. We zitten tenslotte nog maar in de onderzoeksfase.
Het is enorm waardevol en leerrijk dat we dit onderzoek zelf kunnen doen, van binnenuit. Op die manier kunnen we later veel gerichter werken. Dank aan Stad Gent voor deze samenwerking!
(Credits foto: LDC Speltinckx, Mark Vyncke)
Meer inzichten en tips krijgen rond inclusie?
Wil je meer inspiratie? Schrijf je in voor de nieuwsbrief voor Gentse welzijnswerkers. We delen er onze inzichten, tips en de tools die we ontwikkelen in het kader van het project.