Op naar een combimobiel Vlaanderen! Tips & tricks van een gebruiker
BLOG – Het zijn boeiende tijden in de mobiliteitssector. De regering wil de Vlaming massaal uit de wagen krijgen en rekent daarbij o.a. op het nieuwe decreet basisbereikbaarheid en het concept combimobiliteit. Als beleidsmedewerker bij Autodelen.net moedig ik (Bram Seeuws) dit aan en geef graag mijn mening over hoe we van basisbereikbaarheid een succesverhaal kunnen maken.
Sinds ik bij Autodelen.net begon, ondertussen zo’n 2,5 jaar geleden, reisde ik zowat het hele land af om de blijde, gedeelde boodschap te verkondigen. Ik ben (nog niet) in het bezit van een rijbewijs en verplaats me dan ook via het openbaar vervoer, (deel)fiets en te voet. Als ‘Master in de Combimobiliteit’ deel ik mijn persoonlijke ervaringen en enkele zaken mijn leven een stuk gemakkelijker zouden maken.
Meer en beter openbaar vervoer
Openbaar vervoer is de backbone van ons mobiliteitssysteem en essentieel om mensen te doen overschakelen naar duurzame (gedeelde) mobiliteit. Uit onderzoek blijkt bv. dat Vlaamse autodelers vaker de bus, tram of trein nemen dan niet-autodelers. Basisbereikbaarheid biedt hiervoor mooie kansen via o.a. het “strekken” van buslijnen en een hogere frequentie.
We moeten evenwel opletten dat er voldoende budget blijft gaan naar het kern- en aanvullend net. In sommige vervoerregio’s worden bv. buslijnen geschrapt om meer budget te hebben voor “vervoer op maat” (waaronder ook fiets- en autodelen vallen). De omgekeerde wereld lijkt me, want zonder goed OV geen goed werkend deelsysteem.
Waar ik als reiziger vooral nood aan heb, is een openbaar vervoer met hoge(re) frequentie zodat ik me niet op Merckxiaanse wijze moet haasten om toch die ene bus of trein te halen. Basisbereikbaarheid zal hier naar verwachting voor zorgen.
Daarnaast, en misschien nog belangrijker, wil ik vooral kwaliteit en netheid. Ik kan er oprecht van genieten om in mijn werkbubbel te zitten tijdens het treinen door ons Belgenland. Voor de bus of tram pas ik, op uitzondering van een sporadische tramtrip in mijn hometown Gent of een lange vakantie-busreis. Ik kan er niet werken, heb er altijd te warm of te koud en door plaatsgebrek worden m’n benen na vijf minuten gevoelloos. Herkenbaar? Nieuwe investeringen in (elektrische) bussen zouden soelaas kunnen brengen.
Bricks…
Deelsystemen zijn essentieel om de vooropgestelde doelstellingen rond de modal split te verwezenlijken. Het geeft mensen immers de mogelijkheid om zonder eigen (tweede) wagen te leven.
Ondanks dat ik een hardcore believer en gebruiker ben, moet ik toegeven dat het soms nog net iets beter kan. Zo brak vorige week tijdens mijn deelfietstocht na 6 km mijn zadelklem af (vermoedelijk had mijn fiets nog wat last van de lockdown:). En danseuse en met oververhitte quadriceps haspelde ik de overige 14 km af.
Ik ben er rotsvast van overtuigd dat basisbereikbaarheid en de daarbij horende investeringen deelmobiliteit naar the next level zal brengen Door ook aan kleinere stations en mobipunten kwalitatieve last-mile oplossingen te bieden zal ik niet vaak meer moet sleuren met de plooifiets (waar op de trein of bus überhaupt geen ruimte voor is voorzien)… Hoera!
Maar… de uitrol van al die extra alternatieven is pas voorzien voor ten vroegste eind 2021, het moment dat basisbereikbaarheid officieel wordt uitgerold. Ondertussen staan lokale en/of regionale besturen én aanbieders te popelen om nu al zaken te realiseren. We dreigen dus de komende 1,5 jaar in een status-quo situatie te verzanden, wat ik als gebruiker eigenlijk absoluut niet wil.
Mijn advies: Geef de nodige ruimte aan lokale besturen om zelf initiatieven te nemen rond deelmobiliteit, maar voorzie tegelijkertijd een versnelde integratie van spelers in MaaS-applicaties en interoperabiliteit binnen de sector.
… and bites
Als combimobilist heb ik een 10-tal mobiliteitsapps op mijn smartphone. Na bijna drie jaar in de sector moet ik durven toegeven dat ik had verwacht dat de MaaS-applicaties ondertussen verder zouden staan. Helaas! Nochtans zou dit mijn leven (en het geheugen van mijn smartphone) ten goede komen én het aantal gebruikers sterk doen toenemen.
Interoperabiliteit wordt door potentiële gebruikers immers als een belangrijk aspect naar voor geschoven om al dan niet over te stappen richting deelmobiliteit. Ik kijk dan ook met veel verwachting uit naar de rol die de Vlaamse Mobiliteitscentrale kan spelen en hoe de Vlaamse Overheid aanbieders gaat aanmoedigen om één datastandaard te gebruiken.
Uniforme datastandaarden zijn nodig om interoperabiliteit te faciliteren en MaaS-integratie mogelijk te maken. Ze laten ook toe om binnen vervoerregio’s te werken met verschillende operatoren, zonder dat ik van elke aanbieder apart klant moet zijn. Op die manier kan de overheid een level playing field creëren, zonder dat er altijd en overal met één en dezelfde aanbieder moet gewerkt worden. De vrije markt, weet je wel…
De afgelopen jaren ben ik er, op een overwegend eenvoudige manier, in geslaagd om mij op een duurzame, gedeelde en combimobiele manier te verplaatsen doorheen Vlaanderen (en daarbuiten), zowel voor werk als privé. Ik kijk met veel goesting uit naar al die nieuwe deelmobiliteit die er komt in de vervoerregio’s, deelmobiliteit die m’n leven en dat van vele reizigers makkelijker zal maken!
Auteur: Bram Seeuws